Column ‘Troost vinden in het verdriet’

Het is alweer bijna 15 jaar geleden dat de telefoon in mijn studentenhuis afging. Ik herinner me nog het schelle geluid van het gerinkel en het gevoel alsof al het bloed uit mijn lichaam liep. Toch bijzonder dat je meteen weet dat er iets mis is. ‘Je vader is net overleden.’ Het nieuws slaat in als een bom. Het moment waar we al 10 maanden op wachtten was dan echt daar. Mijn vader was niet meer, en zou ook nooit meer zijn.

De dagen, weken en maanden die volgden zijn in een vage waas aan me voorbij gegaan. In het begin kon ik me focussen op het regelen van de crematie, samen met mijn moeder en zusjes. We zochten een steen uit voor het graf, omdat we wilden dat er een plek was waar we naartoe konden gaan. Welke tekst zouden we erop zetten, welke kleur moest het hebben? We kozen zwart met een glittertje. De glitter voelde als een kleine knipoog naar m’n vader die het leven zag als een grote bourgondische uitspatting. Verder vulden we het graf aan met witte stenen, en inmiddels is het traditie geworden om een schelp of mooie steen mee te nemen als we op vakantie gaan en hieraan toe te voegen. Zo hebben we elke keer een mooie toevoeging als we ‘m bezoeken én voelt het een klein beetje alsof we mijn vader meenemen in onze levens en reizen.

Toen the dust settled en de jaren verstreken, kwam ik tot de realisatie dat het verdriet om mijn vader nooit weg zou gaan. Je denkt van tevoren misschien dat het vanzelf beter wordt, dat het verdriet wel dragelijker wordt en op een gegeven moment zelfs verdwijnt. Time heals all wounds is de bekende gezegde. Tijd heeft zeker invloed op hoe constant het verdriet en de pijn is. Ik word niet meer elke dag huilend wakker en leef en lach zoals elk ander mens. Maar toch blijft er dat grote gapende gat. De plek waar mijn vader had moeten zijn. Het verdriet wordt namelijk niet minder, maar je leert er mee leven. Het wordt een onderdeel van wie je bent. Een stukje van je identiteit.

In het begin vond ik dat confronterend. Ik wilde niet het meisje zijn wiens vader was overleden. Degene die tranen in haar ogen krijgt als ze aan hem denkt. Ik wilde dat het minder werd, dat het verdriet niet zo de overhand had en zoveel invloed had op wie ik was en hoe ik me voelde. Maar inmiddels ben ik 15 jaar verder, en verlang ik zelfs soms naar het verdriet. Voor wie iemand net kwijt is, is dit misschien onvoorstelbaar. Maar doordat ik nog steeds zo extreem veel pijn om mijn vader kan voelen en doordat ik er nog steeds elke dag om kan huilen als ik het toelaat, betekent het voor mij dat hij er nog is. Het verdriet door het gemis, en het onbegrip over zijn afwezigheid, brengen mij iets dichterbij hem. Ik ben juist bang voor de dag dat ik niet meer in huilen uit kan barsten, dat het me minder of zelfs niets doet. Want dan is hij echt weg en ben ik hem voorgoed kwijt. Nu leeft hij in mijn verdriet en pijn door, en soms zoek ik het daarom op. Want dat biedt mij troost.

Josephine Kay is Editor-in-Chief van Cosmopolitan Netherlands en verloor in 2005 haar vader.

Vorige
Vorige

Book review: As in tas

Volgende
Volgende

Book review: Crying in H Mart