Column ‘Hagelslag’

Lieve opa,

Het is al enige tijd geleden dat jij overleed. Ik was halverwege de twintig, in de bloei van mijn leven. Jouw dood was misschien niet geheel onverwachts, toch had hij een grote impact op mij. De eerste dood die ik van dichtbij meemaakte.

‘Zorg goed voor oma’, zei je toen je op je sterfbed lag. De dood was toen al aan je gelaat af te lezen. Je spitse kin en ingevallen wangen verraadden dat het einde nabij was. Dat beeld heb ik lang op mijn netvlies gehad na je overlijden. Maar gelukkig maakte de zieke opa langzaam plaats voor de opa die lachend boterhammen met hagelslag klaarmaakte.

Ik zal nooit vergeten hoeveel zorg en tijd je daarin stopte. Hoe je de zak melkhagelslag die je kocht bij Bas van der Heijden voor 79 cent overgoot in een glazen pot. En hoe je vervolgens minutieus en uiterst zorgvuldig – haast in slow motion - met één vinger op de lepel tikte zodat de hagels één voor één op de boterham vielen. Op die manier belandden er precies genoeg hagels op de met Becel besmeerde onderlaag. Het moesten er zeker niet te veel zijn. Vaak lagen de hagels wijdverspreid over de boterham en zag de boterham meer wit van de margarine dan bruin van de hagelslag. Maar dat deerde niet. De liefde die jij in die sneetjes brood stopte, maakte die lekkerder dan welke rijk belegde boterham dan ook. Wat ik jarenlang heb geprobeerd na te doen, is de manier waarop jij een boterham met hagelslag dubbelvouwde en – met twee vingers dit keer – platdrukte zodat de korrels niet op de grond onder mij terecht kwamen.

Maar hoe hard ik ook probeerde, een boterham met hagelslag werd nooit meer zo lekker als toen.

 
Vorige
Vorige

Book review: The Year of Magical Thinking

Volgende
Volgende

Docu: Dood in de Bijlmer